Soms moet je niet winnen om te laten zien wie je bent. Bij PEC Zwolle weten we dat maar al te goed. Succes is hier nooit vanzelfsprekend geweest, dat zien we dit seizoen opnieuw. Onze clubgeschiedenis is er één van vallen en opstaan, van doorgaan wanneer het schuurt, en van trouw blijven wanneer het makkelijker zou zijn om af te haken. Precies dát vormt het karakter van PEC Zwolle.

En daarom kennen wij onze helden. Niet alleen de mannen van de prijzen en de uitslagen, maar juist ook de bouwers, de dragers, de stille krachten. De spelers, trainers en clubmensen die PEC kleur gaven in tijden van groei én tegenslag. Mensen die misschien niet altijd voorop liepen in de spotlights, maar wel het fundament vormden waarop de club verder kon.

Met die gedachte starten we als PEC.nu een nieuwe rubriek: “Wij desespereren nimmer”. In deze rubriek geven wij het woord aan (oud)-spelers, trainers, bestuurders en andere vertrouwde gezichten. Mensen die de Ceintuurbaan opkwamen met een droom, een opdracht, of simpelweg met de bereidheid om te knokken voor het groen-wit en later blauw-wit. Mensen die iets hebben achtergelaten. Op het veld, in de kleedkamer of daarbuiten.

Hoe kwamen zij bij PEC terecht? Wat bleef hen bij, op de mooie momenten én op de lastige? Welke herinnering staat symbool voor hun tijd in Zwolle? Hoe werkt die periode nog door, tot op de dag van vandaag? Want PEC Zwolle is meer dan negentig minuten voetbal. Het is gevoel. Het is herinnering. Het is identiteit. Wij desespereren nimmer.

Aftrap: Remco Schol.

We trappen deze rubriek af met Remco Schol. Een naam die bij veel supporters direct iets oproept. Geen franje, geen borstklopperij, maar strijd, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid. Schol kwam naar Zwolle in een periode waarin de club haar koers nog zocht, en groeide uit tot een vaste waarde in een elftal dat samen iets opbouwde. Hij maakte promotie mee, kende degradatie, droeg de aanvoerdersband en voelde wat het betekent om voor PEC te spelen. Niet alleen als basisspeler, maar ook als leider in het veld. Remco Schol staat daarmee symbool voor wat deze rubriek wil zijn: verhalen van mensen die PEC niet alleen meemaakten, maar ook mede droegen. Een beter begin van “Wij desespereren nimmer” is nauwelijks denkbaar.

“Ik wilde die stap omhoog maken”

“Bij VVV-Venlo speelde ik samen met Milko Pieren”, begint Schol. “Milko was net rond met PEC Zwolle. Voor hem was dat een stap omhoog, en die stap wilde ik ook maken. VVV kon in die tijd niet doorgroeien en ik voelde dat ik daar qua ontwikkeling wel aan toe was. Ik wilde heel graag Eredivisie spelen.” Die honger werd gevoed door een wedstrijd tegen FC Twente. “Dat ging me goed af en smaakte naar meer. Helaas kwam daar toen geen concrete interesse uit. Daarna kwam PEC opnieuw in beeld. Ik raakte in gesprek met Dwight Lodeweges, Jeroen Bijl en Ronald van Vliet. Die gesprekken waren heel positief. PEC wilde de stap naar de Eredivisie maken.”

Vooral de visie van Lodeweges gaf de doorslag. “Centrale verdedigers die doorschoven, Claus Boekweg bijvoorbeeld, waardoor we een overtal op het middenveld creëerden met jongens als Arne Slot en Marco Roelofsen en voorin spelers als Dirk Jan Derksen en Ignacio Tuhuteru. Dat sprak me enorm aan.” Het gevoel was zo sterk dat de keuze snel gemaakt was. “Ik was mondeling eigenlijk meteen rond. Dat moest ik thuis alleen nog wel even uitleggen.”

Van aanhaken naar aanvoerder

Schol begon centraal achterin, naast aanvoerder Claus Boekweg. “Claus was een slimme voetballer, met behoorlijk wat Eredivisie-ervaring. Voor mij was het in het begin flink aanhaken. Het niveau lag hoger dan bij VVV, vooral in het meevoetballen als centrale verdediger.” Hij herinnert zich dat hij soms op zijn tenen liep. “Maar ik kon stappen maken. Uiteindelijk werd ik een vaste waarde en basisspeler. Ik heb zeven seizoenen bij PEC Zwolle gespeeld, waarvan de laatste twee als aanvoerder. Dat zegt wel iets over hoe die ontwikkeling is gegaan.”

Tikkie-takkie aan de Ceintuurbaan

“Ik heb bij PEC alles meegemaakt”, zegt Schol. “Promotie, degradatie, maar het was misschien wel de mooiste tijd uit mijn carrière als profvoetballer.” Vooral de eerste jaren staan hem helder bij. “Die eerste vier jaar, met promotie, waren fantastisch. Seizoen 1999-2000 was het beste team waarin ik ooit heb gespeeld. Met Dwight Lodeweges als trainer.”

Hij noemt moeiteloos namen op die bij supporters nog altijd resoneren: “Henk Timmer, Claus Boekweg, Albert van der Haar, Wijnands, Van Steeg, Slot op tien, Dirk Jan Derksen, Marco en Richard Roelofsen en natuurlijk Ignacio Tuhuteru. We speelden echt tikkie-takkie voetbal. Een roterend middenveld, durven opbouwen. Daar heb ik zó van genoten.”

Het absolute hoogtepunt? Daar hoeft Schol niet over na te denken. “Het kampioenschap. Dat seizoen was bizar.” Voor de winterstop zag het er allesbehalve rooskleurig uit. “We speelden niet goed, verloren veel punten en stonden negen punten achter op de nummer één. Veel blessures, het liep niet, ook onderling soms niet.”

In de winterstop veranderde er iets. “Claus Boekweg vertrok, er kwamen nieuwe spelers bij. Na de winterstop begon het te draaien. We pakten punten, soms op heel bijzondere manieren.” Eén wedstrijd staat in zijn geheugen gegrift. “Uit bij TOP Oss stonden we met 3-0 achter. De eerste meegereisde supporters zaten al in de auto voor de lange terugreis. En dan scoort Arne Slot in de blessuretijd de winnende: 3-4. Voor mijn gevoel wonnen we daar het kampioenschap.”

Niet alles was mooi. “De laatste twee seizoenen liep ik echt te sukkelen met blessures. Eén keer drie maanden eruit, een andere keer zes maanden. Ik zat tegen een hernia aan. Te goed om te opereren, maar wel lang revalideren. Dat was echt een klotentijd.”

Remco Schol in duel met Zlatan Ibrahimovic tijdens Ajax-PEC Zwolle (2-0) op 14 september 2002.

Blijvende banden

Met wie heeft hij nog contact? “Ignacio Tuhuteru spreek ik nog regelmatig. Verder Arjan Bosschaart, Marcel Boudesteyn en Henk van Steeg.” En wie moet dan volgens hem de volgende zijn in deze rubriek? “Arjan Bosschaart is mijn gappie. Maar iemand als Kees Meijntjes hoort ook echt bij het inventaris van de club. Als ik een speler moet noemen: Ignacio Tuhuteru.” De vraag die daarbij hoort, ligt voor hem klaar: hoe kan het dat het er bij PEC Zwolle wél allemaal uitkwam, terwijl dat bij Ajax, FC Groningen en SC Heerenveen minder lukte? “Aan zijn voetbalkwaliteiten lag het in ieder geval niet.”

Van prof naar mentor

Na zijn actieve carrière bleef Schol in Zwolle wonen. Hij speelde nog bij VV Berkum in de hoofdklasse, later bij SC Genemuiden, en was kort speler-assistent bij SVI onder Harry Decheiver. Uiteindelijk stopte hij, omdat het verschil in beleving te groot werd. Daarna begon hij een herenmodezaak aan de Korte Smedenstraat, ZUMO. Zwolle bleef zijn thuis.

Tegenwoordig is hij coördinator sport bij Sportbedrijf Rotterdam en begeleidt hij jonge spelers in en rond BVO-opleidingen. Niet alleen voetbaltechnisch, maar vooral in leefstijl. “Bij Feyenoord en Dordrecht zag k hoe lastig het is om een groep van 18 tot 22 jongens tussen de 12 en 18 jaar oud écht te begeleiden. Je hebt een paar contactmomenten per week, maar daarna ben je ze kwijt. En juist dan gaat het mis: onregelmatig leven, slecht eten, veel gamen. Dat past niet bij wat nodig is om prof te worden.”

Met levenalseenprof.com probeert hij die ontbrekende schakel te zijn. Hij richt zich op drie dingen: fysiek sterker worden en duels winnen, omgaan met prestatiedruk en het voorkomen van blessures. Niet met grote woorden, maar met structuur, routines en dagelijkse discipline. “Practice what you preach”, zegt hij. “Mijn opleiding bij Feyenoord, zeventien jaar betaald voetbal, de discipline, elke dag sporten, bewust omgaan met voeding en mindset. Dat neem ik allemaal mee. En dat geef ik door.

Remco Schol begeleidt tegenwoordig jonge voetballers in hun loopbaan tot profvoetballer.

“PEC sluit je nooit af”

Wat betekent PEC Zwolle vandaag nog voor hem? “PEC is één van de clubs waar mijn hart ligt. In Rotterdam en bij Feyenoord ben ik opgegroeid, maar in Zwolle heb ik zeven jaar gespeeld en vijftien jaar gewoond. Dat blijf je altijd volgen.” Hij herkent nog veel gezichten. “Supporters, vrijwilligers, speler, bestuurders. Henry van der Vegt, nu hoofdtrainer, was destijds technisch directeur toen ik hier speelde. PEC Zwolle staat voor mij voor een heel mooi hoofdstuk uit mijn leven.”

Wij desespereren nimmer. Blauwe vingers. PEC-passie. Onvoorwaardelijke steun.

5 5 stemmen
Artikel waardering
Deel dit artikel
Abonneer
Laat het weten als er
1 Reactie
Nieuwste
Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
JCA038

Erg leuk idee. Goed om te lezen dat Schol zijn ervaring inzet om jonge spelers te helpen. Blijft apart dat zelfs Feyenoord dus jeugdspelers heeft die zelf zoveel steken laten vallen in hun vrije tijd. Precies wat hij zegt: “onregelmatig leven, slecht eten, veel gamen”. Zoveel talenten gaan verloren door gebrek aan discipline op die gebieden. Maar dan ben je ook geen echte topsporter als je dat niet kunt opbrengen. Neem aan dat PEC bij de jeugd ook aan dit soort begeleiding doet…